geschiedenis
De velodroom, gelegen in de Izegemsestraat 52, werd na de Eerste Wereldoorlog aangelegd door Odiel Defraeye, die in 1912 als eerste Belg de Ronde van Frankrijk won. De oude betonnen wielerpiste verving in 1925 de aarden piste. Oud-wielrenner Albert Sercu nam in de jaren '60 het initiatief om de wielerbaan te herstellen. Samen met supporters van zijn zoon Patrick Sercu maakte hij de met onkruid bedekte piste weer berijdbaar.
In 2008 bleef van de piste slechts een ruïne over. Hoewel de bovenste betonlaag al afgesleten was, bleven de resten van een jarenlange verwaarlozing zichtbaar: bomen groeiden tussen het gebarsten beton en het middenplein was bezaaid met oneffenheden en wildgroei. Nochtans heeft de Rumbeekse velodroom een rijk wielerverleden: legendes zoals Briek Schotte, Rik Van Steenbergen, Marcel Kint en Patrick Sercu hebben er nog rondjes gereden. Ook van het voormalig kippenrestaurant De Lantaarn, gelegen aan de straatkant vóór de piste, bleef slechts een bouwvallig pand over.
Bouwpromotor Marc Demeulenaere kocht de site en werd de grote gangmaker van de renovatie van de wielerpiste. In augustus 2011 zat de eerste fase van de werkzaamheden er op, de eigenlijke wielerpiste was klaar. Het eerste ritje rond de piste was op zaterdag 20 augustus (46 jaar na sterfdatum van Odiel Defraeye) een feit. De bijhorende accommodatie moet tegen 2012 klaar zijn. Daarbij horen kleedkamers, maar ook een verkeerspark voor jonge fietsers. De bedoeling is dat jonge renners er kunnen trainen of er hun sprint kunnen aanscherpen, maar de wielerpiste zal ook openstaan voor wielertoeristen en wedstrijden.